Kommetjes vol geluk, zo worden buddha bowls wel genoemd. Dat geldt zeker voor deze buddha bowl met gegrilde spruitjes, broccoli en ei. Zó gemaakt, goed vullend en vooral: lekker!
Buddha bowls – ook wel boeddha bowls genoemd – zijn populair. Niet zo gek, want ze zijn makkelijk te maken, lekker én een ideale manier om restjes te verwerken (frittata overigens ook). Het idee is dat je de kom zo goed vult, dat als je er van de zijkant naar kijkt er een grote ‘buik’ bovenuit puilt, net als die van Buddha. Wij maakten hem met een restje quinoa van gisteren, en wat groenten die nog in de koelkastla lagen. Je kunt ook de avond ervoor wat extra groenten koken. Variëren met je buddha bowl mag in ieder geval of liever gezegd: moet. Er zijn geen regels om er een te maken. Al is er wel een min of meer traditionele opbouw van zo’n kommetje vol lekkers.
Granen of zetmeel
De basis van een goede buddha bowl bestaat vrijwel altijd uit granen of zetmeel. Wij gebruiken dus quinoa, maar je kunt ook denken aan zilvervliesrijst, parelgort, bulgur, freekeh of couscous. Ook pompoen en aardappels worden soms gebruikt als basis. Qua hoeveelheid kun je denken aan 50 – 75 gram.
Proteïne
De tweede toevoeging aan je buddha bowl is iets van proteïne. Ei natuurlijk, maar bijvoorbeeld ook kikkererwten, tempé of tofu. In origine waren buddha bowls vegetarisch, maar tegenwoordig wordt er ook vaak vlees, vis of gevolgelte toegevoegd; kip bijvoorbeeld.
Groenten
De derde, belangrijke stap is groenten. Zoals gezegd kan je alles toevoegen wat je over hebt. Vaak gaat er wel 250 – 300 gram groenten in een buddha bowl. Je kunt de groenten rauw toevoegen, maar ook gestoomd, gegrild of gekookt. In de meeste bowls zit in ieder geval avocado, maar doet hoeft niet. Wij kozen voor een mix van spruitjes, spinazie, broccoli en avocado.
Dressing
Een goede buddha bowl heeft ook een goede dressing. Die giet je niet aan het einde over de ingrediënten, maar meng je er tijdens het maken door.
En tenslotte top je je buddha bowl af met bijvoorbeeld taugé of cress, verse kruiden, sesamzaadjes of noten. De zoetekauwen kiezen hier ook vaak voor fruit zoals sinaasappel, appel of grapefruit. Wij houden het simpel en strooien wat pompoenzaadjes over onze buddha bowl met gegrilde spruitjes, broccoli en ei.
Buddha bowl met gegrilde spruitjes, broccoli en ei

Ingrediënten
- 1 ei
- 50 gram quinoa
- 6-7 spruitjes
- 75 gram broccoli
- 50 gram spinazie
- 1/2 avocado
- Citroensap
- Olijfolie
- Peper en zout
- Pompoenpitten
Bereiding
- Stap 1 Kook de quinoa in 15 minuten gaar en laat deze 5 minuten rusten.
- Stap 2 Spoel de broccoli af en kook deze in 4-5 minuten beetgaar.
- Stap 3 Kook ondertussen het ei 7 – 8 minuten, laat deze schrikken, pel en halveer hem.
- Stap 4 De spruitjes mogen 20 minuten in de oven op 220°C of zo’n 10 minuten in de grillpan op middelhoog vuur.
- Stap 5 Meng een flinke scheut olijfolie met citroensap en voeg naar smaak peper en zout toe.
- Stap 6 Doe de quinoa in een kom en meng er wat dressing door.
- Stap 7 Voeg de gewassen spinazie, gekookte broccoli en de spruitjes toe.
- Stap 8 Snijd de avocado in plakjes en voeg toe. Besprenkel alles met de dressing.
- Stap 9 Leg de halve eieren op je buddha bowl en strooi er pompoenpitten overheen.
Foto via Shutterstock.