Als je nog één cadeau voor onder de kerstboom zoekt, laat het dan het kookboek Eva’s keukenkast van Eva Posthuma de Boer zijn. Ramvol klassiekers en familierecepten, met een eigentijdse twist én makkelijk te maken. Hier kan zelfs de slechtste thuiskok mee uit de voeten.
Wat een heerlijk boek, het nieuwe kookboek van Eva Posthuma de Boer. Niet alleen om uit te koken, maar ook om heerlijk in te bladeren op de bank, met een kopje thee. Naast heel veel recepten, staan er namelijk ook 55 columns in Eva’s keukenkast: grappige, persoonlijke anekdotes en handige weetjes over de ingrediënten die ze gebruikt.
Eva’s keukenkast: de 80-20 regel
Maar goed, het draait natuurlijk allemaal om de recepten. Voor dit boek heeft Eva een selectie gemaakt van 55 ingrediënten en met elk van hen drie recepten ontwikkeld. Gevarieerd, voor iedereen maakbaar en lekker. En van alles wat: van doordeweekse hap tot feestvoer. Ze kookt niet alleen met minder vlees en vis; alle ingrediënten komen ook nog eens van dichtbij én ze kookt alles op. Zoals de ondertitel al zegt: pienter en verspillingsvrij. Zelf zegt ze daarover:
“Gezondheid gaat niet meer alleen over onszelf maar ook over de planeet. Gevolg is dat we minder vlees en vis eten en nadenken over onze boodschappen: áls we dan een kippetje braden, laat het er dan eentje zijn die gelukzalig heeft gedarteld, en die krom gegroeide aubergine, die heeft niets misdaan. Tachtig procent plantaardig, twintig procent dierlijk is bij sommige chefs al de norm bij het samenstellen van hun menu’s. Mij geeft die verhouding houvast: het grootste deel, zo ongeveer tachtig procent, van wat ik op tafel zet is vegetarisch. Ook let ik op de herkomst van de ingrediënten waarmee ik kook: het meeste van eigen bodem, een klein deel van verder weg, maar liefst van binnen Europa. En alles moet op. Geen potjes ansjovis of kappertjes meer die drie jaar in de ijskastdeur staan te wachten tot ze worden weggegooid. Opmaken die boel!”
De 55 gekozen hoofdingrediënten zijn heel divers. Van aardappel en knolselderij tot vergeten granen, sojabonen en chocolade. En natuurlijk ontbreken ook de eieren niet.
“Eet een ei. En nog een, en nog een, en nog een en nog een!”
Eierrantsoen
De schrijfster gebruikt voor al haar recepten biologische eieren van medium formaat. In de bijbehorende column vertelt ze dat haar hele jeugd op eierrantsoen heeft geleefd: een ei per week. Op zondag. Zachtgekookt, in een eierdopje. Kopje eraf tikken, zout strooien en dan reepjes geroosterd brood met half gesmolten roomboter dippen in het romige eigeel.
De tijd van één ei per week is gelukkig over. “Zelfs het eten van twaalf eieren per week blijkt geen enkel nadelig effect op onze gezondheid te hebben. Toch is op dit moment de voedingsrichtlijn in ons land drie eieren per week. Vraag me niks. Vergeet alles. Eet een ei. En nog een, en nog een, en nog een en nog een!”
Roerei rijk en roerei arm
Haar liefde voor eieren heeft Eva omgezet in niet drie, maar vier recepten met dit hoofdingrediënt. Want het recept voor roerei telt stiekem twee varianten: eentje arm en eentje rijk. Ze heeft de methode om het perfecte roerei te maken, afgekeken van de Engelse chef Heston Blumenthal. Het is een ietwat arbeidsintensieve methode, maar levert een onovertroffen resultaat. Voor de arme – ofwel de pure versie – gebruikt Eva niets anders dan een beetje bieslook en boter. Ze maakt dit roerei au-bain-marie en serveert het op een heerlijke snee geroosterde ciabatta.
De rijke versie is ook echt rijk te noemen, want met zalm en kreeftensaus. Iets meer werk, maar zeker de moeite waard voor een overheerlijk zondags ontbijt.
Prei in vinaigrette met eierkruim
Het tweede ei-recept vraagt om jonge prei. Dat is alleen in het voorjaar verkrijgbaar, dus wij probeerden dit recept met ‘volwassen’ prei in vinaigrette met eierkruim. Hierdoor werd het recept iets scherper van smaak en heeft het misschien een minder zachte structuur, maar wij vonden het desondanks overheerlijk. Voor dit recept kook en grill je de prei, en besprenkel je ze daarna met een vinaigrette van onder andere wittewijnazijn, mosterd en suiker. Dat bestrooi je met het kruim van een aantal hardgekookte eieren. Zowel lauwwarm als koud lekker, wij aten er gekookte krieltjes bij. En geloof ons: de restjes waren de tweede dag misschien nog wel lekkerder.
Gio’s lofsla met kwarteleitjes
Het derde en laatste recept met ei als hoofdingrediënt is Gio’s lofsla met kwarteleitjes. Eva geeft zelf al aan dat het een benadering is van het origineel: een eenvoudig slaatje van knisperend verse witlof, perfect gegaarde kwarteleitjes en romige, pittige vinaigrette dat het Italiaanse restaurant Gio’s in Maastricht als bijgerecht serveert. Wij gaan zeker het origineel ook eens proberen, want de benadering van Eva is al watertandend lekker
Niet alleen de expliciete eierrecepten zijn een goede reden om Eva’s keukenkast aan te schaffen, want er staat genoeg ander lekkers in. Met Japanse miso bijvoorbeeld, een hartige pasta op basis van sojabonen. Miso geeft umami, de vijfde smaak naast zout, zoet, bitter en zuur. Het verdiept smaken, maakt sauzen romig en verrijkt gerechten echt. Eva gebruikt het in meerdere gebrechten en die lijken allemaal even heerlijk. Zoute miso-karameltaartjes bijvoorbeeld, of de hartverwarmendste kippensoep ever (snel, simpel en om te janken zo lekker). Ook de moeite waard: het hoofdstuk over koffie. Met als uitsmijter de brute koffietrifle.
Kortom: fijn leesvoer én goed keukenmateriaal. Als we sterren weggaven, kreeg Eva’s keukenkast er vijf uit vijf.
Eva Posthuma de Boer publiceerde vijf romans. Ze had jarenlang een culinaire column in Het Parool en schrijft nu samen met haar vader, fotograaf Eddy Posthuma de Boer columns voor De Volkskrant. In 2017 verscheen haar kookboek Voer voor vrienden, het menuboek voor zorgeloze etentjes. Eva’s keukenkast kost € 29,99 en is een uitgave van Nijgh & Van Ditmar.
