Dit is echt een bizar lekkere topping. Scones, taart, geroosterd brood, brioche of yoghurt: je kunt het zo gek niet bedenken of lemon curd kan erop of erin.
Rasp de citroenen met een zesteur (vermijd het witte, dat is bitter!) en pers het sap uit. Zeef het citroensap, zodat je zeker weet dat er geen pitjes meer in zitten.
Breng in een pan een laagje water aan de kook. Zet het vuur iets lager en zet een vuurvaste kom op de pan. De onderkant van de kom moet in de pan kunnen, maar het water niet raken. We maken de lemon curd dus au bain-marie.
Doe de suiker, boter en citroensap in de kom en roer tot alles gesmolten is. Voeg het citroensap toe en roer het mengsel goed door.
Haal de kom van het vuur (laat de pan staan) en laat deze even afkoelen.
Klop ondertussen in een nieuwe vuurvaste kom de eieren los.
Giet een klein scheutje van het citroenmengsel bij je eieren en meng dit er goed doorheen. Voeg nu de rest van het citroenmengsel toe, roer goed en zet de kom op de pan op halfhoog vuur.
Blijf roeren terwijl de lemon curd langzaam dikker wordt. Dit duurt minstens een kwartier, soms langer. Zorg dat het niet gaat koken. Haal de kom - en de pan - van het vuur als je lemon curd de dikte heeft van vla.
Laat de lemon curd even afkoelen en zet het daarna in de koelkast om verder op te stijven.