Het is een leuke paastraditie: geverfde eieren. Grote kans dat er bij jou op de paastafel dus ook wat van die gelakte eieren te vinden zijn. Maar misschien heb je je ook wel eens afgevraagd of zo’n gekleurd ei eigenlijk wel goed voor je is.
Het staat natuurlijk prachtig, al die mooie geverfde eieren bij het paasontbijt of de paasbrunch. Maar als je ze pelt zie je – met name als ze zijn geverfd met kant-en-klare kleurtabletten – vaak dat het ei zelf ook een vrolijk kleurtje heeft gekregen. Is het eigenlijk wel veilig om die eieren te eten?
Gekochte gekleurde eieren
Als je een gekleurd, gekookt ei in de winkel hebt gekocht, hoef je je in ieder geval geen zorgen te maken. Er is dan een kleine kans dat de kleurstof door de schaal is gedrongen, maar dat is echt geen ramp. En deze eieren zijn ook nog eens extra lang houdbaar. Bovendien moet er voor deze eieren verplicht veilige, onschadelijke verf gebruikt worden. Volgens het Voedingscentrum zijn ook gewone viltstift en speciale eierverf en eierstiften veilig om te eten. Een andere veilige keuze is het gebruik van kleurstoffen die gebruikt worden voor het kleuren en decoreren van bijvoorbeeld taarten.
Zelf geverfde eieren
Als je gewone waterverf of vingerverf gebruikt, neemt het ei ook vaak wat kleurstof op. Het gaat daarbij volgens het Voedingscentrum om zo’n kleine hoeveelheid dat dat niet schadelijk is voor de gezondheid, ook niet voor kinderen, De opname van eventuele chemische stoffen is gering omdat er maar weinig verf op het gepelde ei terecht komt. Als je zware verf gebruikt, zoals bijvoorbeeld muurverf, autolak of verf die eigenlijk bedoeld is voor het schilderwerk in huis, dan is dit uiteraard wél een risico voor de gezondheid en kun je deze eieren beter niet eten.
100 procent safe eieren kleuren
Als je zelf aan de gang gaat om eieren te kleuren voor Pasen, loop je dus weinig risico. Wil je het 100 procent op safe spelen, dan kun je kiezen voor natuurlijke verf. Of verf alleen uitgeblazen eieren als extra versiering en laat de eitjes die je gaat eten ongemoeid.
Bron: Voedingscentrum, foto via Pixabay.
